We zijn hartstikke blij twee nieuwe bestuursleden welkom te mogen heten. Rogier van Luijk stelt zich graag aan je voor.
Stel je eens voor.
‘Ben je er al?’ vroeg mijn goede vriend Omar. ‘Ja, ik sta beneden’. Terwijl ik de motor van de auto afzet en de automatische binnenverlichting uitzet omdat ik niet als in een verlicht aquarium op een parkeerplaats bij een groot flatgebouw wil zitten, check ik nog eventjes mijn telefoon op de laatste berichtjes.
Omar is mijn vriend die vijf jaar geleden uit Syrie gevlucht is met zijn familie.
Hij komt er aan met zijn zusje en nog een meisje die ik niet ken. ‘Wil je het vriendinnetje van mijn zusje thuis brengen en mijn zusje bij een feestje ?” We begroeten elkaar allemaal hartelijk met een selam aleykum, vice versa wat niets meer en minder betekent dan ‘Vrede over u’ in het Arabisch. Ik knik goedkeurend en start de motor weer. De meisjes grinniken achter in de auto en vertellen dat ze “slime” gemaakt hebben met lijm en dat het erg goed gelukt is. ‘Wat doe je ermee dan?’ vraag ik en ze antwoorden: ’Natuurlijk slime spelletjes’. Oké dus. Zo eenvoudig is het leven.
Omar vertelt over zijn bootreis op de Middellandse Zee. Het verhaal ken ik, traumatisch, onvoorstelbaar, keihard en realiseer me dat het daglicht alles verdragen kan maar dat wij mensen niet zo verdraagbaar zijn. ‘Weet je’ zegt hij, ‘toen we op zee waren heb ik wel honderden dolfijnen zien springen naast onze boot’. ‘Eerst waren het er een paar maar na een korte tijd waren het wel honderd en ze sprongen hoog uit het water en zwommen met ons mee’.
Inmiddels waren er al doden te betreuren op de propvolle boot. Een tweetal bevallingen geweest, een zelfdoding van een hopeloze jongen en verschillende overboord geslagen medevluchtelingen. Ondertussen waren zijn ouders en broer en beide zusjes in Egypte in de veronderstelling dat Omar op een riant schip naar Europa onderweg was.
Dolfijnen. Niet veel later troffen ze een NAVO schip en de dolfijnen waren net zo plotseling weer verdwenen als ze gekomen waren. Voor hen begon de reis van vernedering op dat moment, hoop en eenzaamheid. Eerst leek de geestelijke vernedering nog erger dan in Syrië en de onwetendheid van de Europeanen als een onneembaar fort. Een muur waar je briefjes over gooit om jouw hulpeloosheid kenbaar te maken maar niemand die ze kan lezen of verstaan of gewoon negeert.
Vriend van Pandipieri zijn. Achtendertig jaar geleden voor het eerst aan wal gekomen in Kisumu na een reis waar van alles mis ging. Een onherkenbare wereld waar ik louter fantastische verhalen van had gehoord en waar ik letterlijk moederziel alleen aankwam. Ik herkende de mensen van foto’s maar zij mij niet.
Een mzungu, wie ben jij? Ik kon de leukheid niet meteen ontdekken in Pandipieri, toen nog zonder alle moderne communicatie middelen. Maar één vriendschap sloot ik meteen, met Paul, net zo jong/oud als ik, en ook net als ik als vreemde eend in de bijt aangekomen in Kisumu om op de carpentry te gaan werken en zich te scholen. Geen dolfijnen die de weg wezen maar wel blijdschap en een lenige levenshouding van vele mensen die ik in Pandipieri trof. Ja het stonk er, de latrines waren mij vreemd en ik voelde me ontheemd van waar ik wortel geschoten had. Maar het leek alsof de briefjes die ik over deze muur wierp wel begrepen werden.
Na bijna achtendertig jaar word ik verwelkomd in het bestuur van de vrienden van Pandipieri. Samen met Chris die in mijn onzichtbare schaduw ook Pandipieri leerde kennen en wij al die jaren telkens als dolfijnen mee zwommen met de boot van mensen zoals jij en ik, hopende op ontmoeting. Vrienden zijn betekent een wederkerige uitwisseling, in balans en in wetendheid en in het hart. Gelijkwaardig maar niet gelijke te zijn.
Graag geef ik betekenis aan deze vriendschap omdat er nog zoveel te leren valt en zoveel uit te wisselen tussen ons mensen. We zijn maar simpele wereldbewoners en geen wereldbezitters. Hoe geven we betekenis aan de filosofie dat we allemaal unieke cadeautjes zijn en we elkaar kunnen uitpakken en onze talenten delen. Dat we ons niet laten uitkleden en dat we de onverklaarbaarheid van het leven in goed vertrouwen aan en met elkaar delen.
Als fysiotherapeut doe ik dit in Zwolle, als psychosociaal therapeut de wereld bewust en vrij maken van seksueel geweld, als schrijver en vooral als mens acteren met anderen om het begin te maken van een beetje hemel op aarde.
Wat is een evangelie zonder apostelen, dat klinkt zo ouderwets maar is rete-actueel, toch? Wat is een zee zonder dolfijnen? Wat is een verhaal zonder clou? Tegenover wetenschap staat hartstocht en levensadem.
Omdat vriendschap niemand onbekend laat en wederkerig is en Pandipieri een volwassen vriend is geworden met wie…?! Wie zijn wij, wie ben ik, daarom. Omdat het niet altijd leuk is, verre van dat maar wel hartverwarmend. Bezitloos en toch ontzettend in het hart gegrift. Van harte het vuur van de vriendschap aanwakkeren. Zoals Hans het in zijn laatste lezing zo helder verwoordde: dat we elkaar gunnen ons uit laten pakken. Levenscadeautjes.
Kunst uitwisselen, kennis delen, vriendschap doen.
Stel je eens voor, dat het lukt.
Rogier van Luijk