We zijn hartstikke blij twee nieuwe bestuursleden welkom te mogen heten. Christianne Wilms stelt zich graag aan je voor.
Ik had het geluk om twee keer in die volstrekt andere, Afrikaanse wereld te mogen stappen. De eerste keer als 18 jarige, vers van de Middelbare school; de tweede keer 36 jaar later samen met mijn kinderen, ongeveer van dezelfde leeftijd als ik destijds . Via hun ogen beleefde ik opnieuw een samenleven van mensen dicht op elkaar, met veel en warm contact, waarin privé of privacy geen issue is.
Mijn dochter Bente antwoordde op de vraag wat ze nou het leukst vond aan Kenia dat ze zich zo welkom voelde. Zelf heb ik een sterke herinnering van zittend op een rieten mat voor het huis van Kizito en Mary, met allemaal vrouwen en kinderen en baby’s. Elkaars haar kammend en vlechtend, kinderen die opspringen en wegrennen of in slaap vallen, de tijd laten verglijden en voelen dat het goed is zoals het is.
Christianne in gesprek met Mary in Nyalenda.
Veel van de projecten die ik meemaakte, bleken bij mijn reis vorig jaar nog springlevend, sommige zijn ter ziele. Het visproject bestaat al lang niet meer en mbuta’s heb ik alleen nog als kleine visjes gezien. Destijds haalden we dagelijks grote exemplaren op bij de visafslag in Dunga. We bonden ze achter op onze fietsjes – vastpakken in oogkassen en anus – en vervoerden ze naar Pandipieri. Daar fileerden we ze samen met Mary en Maritha, fietsten ‘s middags naar particuliere klanten en restaurants in de stad om de keurig afgemeten pakketjes nijlbaars te verkopen en droegen zo bij aan het genereren van inkomsten.
Koken op biogas, waarvoor we koeienvlaaien met water tot een vloeibare massa vermengden – Hans was zijn tijd ver vooruit – heeft slechts een korte levensduur gekend; tradities zijn soms moeilijk om te buigen.
Naast straatjongens zijn er nu ook straatmeisjes en velen zijn een stuk jonger dan toen. Rachid, een straatjongen die me nog goed voor de geest staat, blijkt als volwassene nu zelf een opvanghuis voor weggelopen kinderen te hebben, zo wist Rogier – die hem vorig jaar weer ontmoette – me te vertellen.
De artschool is er tot mijn vreugde nog wel; het kleioventje dat ik hielp bouwen van onder andere termietenzand is echter vergaan. Emanuel, een van de kunststudenten, nam ons mee naar zijn atelier en liet schilderijen zien waarin hij zijn visie op verschillende maatschappelijke onderwerpen weer had gegeven. Vanuit mijn werk als beeldend therapeut zag ik weer eens bevestigd hoe kunst, méér dan kennis, raakt aan het begrijpen en vormgeven van het leven. Of zoals Paul Klee het zo mooi zegt: Kunst is niet een reproductie van wat je kunt zien, kunst laat je het zichtbare écht zien.
Opnieuw gegrepen door de rijkdom van de Pandi-filosofie waarin persoonlijke en gelijkwaardige vriendschappen de basis vormen voor samenwerking en wederzijdse ontplooiing, wil ik me graag verbinden aan het bestuur van de Vrienden van Pandipieri. En meedenken, zeker nu Hans weg is uit Kisumu, hoe deze basisgedachten zich kunnen blijven uitzaaien.
Christianne Wilms